KG:212:2022:2 Plaatsing oplaadpunt op het eigen bedrijfsterrein. Milieu-investeringsaftrek. Artikel 3.42a Wet IB 2001.
Publicatiedatum 29-11-2022, 15:08 | Laatste update 22-03-2023, 13:23 |
Aanleiding
In 2021 investeert een werkgever in een oplaadpunt voor een elektrisch voertuig, Milieulijst 2021 code G 3720. Het oplaadpunt wordt geplaatst op het privéterrein van de werknemer. De medewerker is werkzaam in de buitendienst.
Vraag
Kan de werkgever milieu-investeringsaftrek (hierna: MIA) toepassen voor de plaatsing van dit oplaadpunt?
Antwoord
Nee, nu er geen sprake is van plaatsing van het oplaadpunt op het eigen bedrijfsterrein bestaat geen recht op toepassing van de MIA.
Beschouwing
Om voor toepassing van de MIA in aanmerking te komen dient de plaatsing van het oplaadpunt te voldoen aan de volgende eisen:
“G 3720 Oplaadpunt voor elektrische voer- of vaartuigen
a. bestemd voor: het elektrisch laden en al dan niet ontladen van accu’s van uitsluitend eigen bestelauto’s, personenauto’s, motorfietsen, brom- of snorfietsen of vaartuigen waarbij het oplaadpunt is opgesteld op het eigen bedrijfsterrein,
b. bestaande uit: een oplaadsysteem en al dan niet de volgende onderdelen: een ontlaadsysteem, een meet- en regelsysteem, een lockerkast met een stroomafnamepunt per locker en een stekkerherkenningssysteem en met uitzondering van zonnepanelen.
Het bedrijfsmiddel komt voor ten hoogste € 2.500 van het investeringsbedrag in aanmerking voor milieu-investeringsaftrek.”
Nu het oplaadpunt geplaatst is op het privéterrein van de werknemer, en niet op het eigen bedrijfsterrein, komt de werkgever niet in aanmerking voor toepassing van de MIA. Het gegeven dat het oplaadpunt eigendom is, en blijft, van de werkgever doet hier niet aan af.
Het uitsluiten van een oplaadpunt dat niet gelegen is op het eigen bedrijfsterrein vloeit voort uit de beperkingen van artikel 36 (lid 2) van de Algemene Groepsvrijstellingsverordening (AGVV (Verordening (EU) nr.651/2014)), in combinatie met de noodzaak om de regeling controleerbaar en uitvoerbaar te houden.
De MIA is zo geplaatst binnen de Europese steunkaders dat het voor elk milieubedrijfsmiddel vereist is dat de gemaakte kosten en de milieubaten bij hetzelfde bedrijf liggen. Dit zou betekenen dat voor elk oplaadpunt dat niet gelegen is op het eigen bedrijfsterrein, gecontroleerd zou moeten worden of deze alleen voor zakelijke of ook voor privédoeleinden gebruikt zal worden.
Gelet op de vele meldingen die zien op oplaadpunten is derhalve in de milieulijst, in verband met controleerbaarheid en uitvoerbaarheid, de eis opgenomen dat het oplaadpunt op het eigen bedrijfsterrein gelegen is.
Overigens zou een afgegeven verklaring geen privégebruik auto geen verschil maken. Zoals hiervoor aangegeven dienen de kosten en milieubaten bij hetzelfde bedrijf te liggen. Niet uit te sluiten valt dat het oplaadpunt voor het opladen van een ander voertuig gebruikt kan worden. Op dat moment liggen de kosten en milieubaten niet bij hetzelfde bedrijf en ontstaat strijd met de Europese steunkaders. Ook een verklaring dat het oplaadpunt uitsluitend voor die bedrijfsauto zal worden gebruikt (en dus niet voor auto's van gezinsleden of anderen), biedt geen soelaas. Toestaan hiervan maakt de regeling, in verhouding tot het financiële belang van de faciliteit, onvoldoende uitvoerbaar en controleerbaar.