KG:003:2025:9 Excessieflenenregeling bij regresschuld door verrekening van rekening-courantposities bij bank
Publicatiedatum 30-04-2025, 14:14 | Laatste update 30-04-2025, 14:14 |
Aanleiding
X en Y bezitten ieder de helft van de aandelen in Z BV. X en Y zijn ook ieder voor de helft vennoot in A VOF. X en Y hebben een positief kapitaalsaldo op de privaatrechtelijk balans van A VOF. A VOF drijft een onderneming. Z BV en A VOF hebben een eigen bankrekening en eigen rekening-courantverhouding met de bank. Zij zijn hoofdelijk aansprakelijk voor elkaars schulden bij de bank. De bank saldeert dagelijks de rekening-courantposities van Z BV en van A VOF. Deze werkwijze heeft tot gevolg dat Z BV, die doorgaans een positieve rekening-courantverhouding met de bank heeft, een regresvordering krijgt op A VOF respectievelijk de vennoten van A VOF (hierna tezamen aangeduid als A VOF). A VOF had de rekening-courantverhouding met de bank ook kunnen aangaan zonder de hoofdelijke aansprakelijkheid van Z BV.
Vragen
- Valt de regresschuld die A VOF door de werkwijze van de bank heeft aan Z BV onder het schuldenbegrip van artikel 4.13, eerste lid, onderdeel f, van de Wet inkomstenbelasting 2001 (hierna: Wet IB 2001)?
- Als het antwoord op vraag 1 ja is, wordt de toepassing van de excessieflenenregeling dan voorkomen als Z BV als vennoot toetreedt tot A VOF en daarbij haar rekening-courantvordering op A VOF als kapitaal inbrengt?
Antwoorden
- Ja, de regresschuld van A VOF aan Z BV valt onder het schuldenbegrip van artikel 4.13, eerste lid, onderdeel f, van de Wet IB 2001.
- Ja, de toepassing van de excessieflenenregeling wordt voorkomen door de toetreding van Z BV tot A VOF.
Beschouwing vraag 1
Dagelijks wordt door de bank de rekening-courantverhouding van Z BV verrekend met de rekening-courantpositie van A VOF. Hierdoor ontstaat een regresvordering van Z BV op A VOF.
Tot de reguliere voordelen behoort het bovenmatige deel van schulden die de belastingplichtige, zijn partner of de belastingplichtige tezamen met zijn partner rechtens dan wel in feite direct of indirect heeft bij vennootschappen waarin de belastingplichtige een aanmerkelijk belang heeft, waarbij onder schulden wordt verstaan: alle civielrechtelijke schuldverhoudingen en verplichtingen (artikel 4.13, eerste lid, onderdeel f, Wet IB 2001). In beginsel vallen alle schulden en verplichtingen onder de toepassing van de excessieflenenregeling. Dat geldt ook voor een garantstelling door een vennootschap van belastingplichtige, wanneer deze door de garantstelling in staat is een schuld bij de bank aan te gaan (Kamerstukken II 2019/20, 35496, nr. 3, p. 17). Andere vormen van zekerheidsverstrekking vallen ook onder de excessieflenenregeling (zie KG:003:2024:3). De schuld die A VOF aan de bank heeft, had de vof ook op eigen kracht kunnen verkrijgen. Daarom valt de schuld van A VOF aan de bank niet onder de excessieflenenregeling.
De regresschuld van A VOF aan Z BV valt daarentegen wel onder de excessieflenenregeling. Omdat beide vennoten aanmerkelijkbelanghouder zijn van Z BV, is namelijk sprake van een schuldverhouding in de zin van artikel 4.13, eerste lid, onderdeel f, Wet IB 2001.
Voor de vaststelling van de omvang van de schuld geldt daarbij nog het volgende. Nu A VOF een onderneming drijft, blijven schulden uit hoofde van een civielrechtelijke verbondenheid buiten beschouwing (artikel 4.13, vierde lid, Wet IB 2001). Dit betekent dat in dit geval de regresschuld van A VOF X en Y ieder voor het percentage in de overwinst waartoe ieder gerechtigd is, aangaat. Voor de bepaling van het bovenmatige deel van schulden als bedoeld in artikel 4.13, eerste lid, onderdeel f, Wet IB 2001 telt bij X respectievelijk Y 50% van de regresschuld mee.
Beschouwing vraag 2
Door de inbreng van de regresvordering van Z BV in het vermogen van A VOF zal deze tenietgaan door vermenging. Doordat de schuld niet meer bestaat, is de excessieflenenregeling in beginsel niet van toepassing. Uitzondering hierop vormt bijvoorbeeld de situatie dat een van de vennoten een negatieve kapitaalrekening heeft of een lening heeft ontvangen uit het afgescheiden vermogen van de vof. Ook regresschulden die ontstaan na de inbreng, tellen mee voor de toepassing van de excessieflenenregeling.