Ga direct naar de inhoud Ga direct naar de footer

Standpunten geactualiseerd van de Kennisgroep successiewet

De Kennisgroep successiewet heeft een aantal standpunten over de bedrijfsopvolgingsregeling geactualiseerd naar aanleiding van wetswijzigingen en het op 4 juni 2024 gepubliceerde wijzigingsbesluit inzake de bedrijfsopvolgingsregeling. Daarnaast zijn een aantal standpunten over de bedrijfsopvolgingsregeling op andere punten aangepast en zijn twee standpunten, die geen betrekking hebben op de bedrijfsopvolgingsregeling, aangepast.

Hierna volgt een opsomming van betreffende standpunten met een beknopte toelichting.

KG:063:2022:1 BOR, bezitseis, inkoop niet kwalificerende preferente aandelen

Aan dit standpunt is een link naar het standpunt van de Kennisgroepen aanmerkelijk belang en successiewet over preferente aandelen toegevoegd.

KG:063:2022:3 BOR, bezitseis, herstructurering open CV

Aan dit standpunt is een opmerking toegevoegd, omdat het in het standpunt genoemde wetsvoorstel per 20 december 2023 is omgezet in de Wet fiscaal kwalificatiebeleid rechtsvormen. Tevens is het antwoord daarop aangepast.

KG:063:2023:15 BOR, berekening aftrekbaar bedrag belastinglatentie

Dit standpunt is aangepast, omdat in voorbeeld 2 wordt gerefereerd aan de 5%-beleggingsmarge dat per 1 januari 2025 is vervallen en de hoogte van het vrijstellingspercentage per 1 januari 2025 is verlaagd van 83% naar 75%.

KG:063:2023:23 BOR, splitsing en invloed op bezitseis en voortzettingsvereiste

Dit standpunt is geactualiseerd naar de recentste uitspraak van Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden van 12 maart 2024, ECLI:NL:GHARL:2024:1864.

KG:063:2023:26 BOR, voortzettingsvereiste, afname belang deelneming

Dit standpunt is aangepast vanwege de wijziging van het beleidsbesluit van de Staatssecretaris van Financiën over de bedrijfsopvolgingsregeling in de Successiewet 1956 op 4 juni 2024.

KG:063:2023:29 BOR en verwerping: toepassing artikel 30 SW 1956

Dit standpunt is aangepast, aangezien het vrijstellingspercentage van de bedrijfsopvolgingsregeling in de Successiewet 1956 per 1 januari 2025 is verlaagd van 83% naar 75%. Tevens is verduidelijkt dat dit standpunt gaat over geachet eerste lid van artikel 30 Successiewet 1956.

KG:063:2023:36 BOR, bezitseis op uitbreidingen, arresten HR 29 mei 2020

Dit standpunt is geactualiseerd naar de recentste uitspraak van Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden van 12 maart 2024, ECLI:NL:GHARL:2024:1864. Tevens is een link naar een standpunt van de Kennisgroep winstbepaling opgenomen en is een verduidelijking aangebracht in voorbeeld 6, waarmee geen wijziging is beoogd.

KG:063:2024:3 Erfbelasting, uitkeringen door werkgever na het overlijden van een werknemer

Dit standpunt is tekstueel aangepast, omdat met maandsalaris wordt bedoeld “het loon over een maand”.

KG:063:2024:4 BOR, afname belang in de voorzettingsperiode door uitgifte van aandelen

Dit standpunt is aangepast, omdat per 1 januari 2025 de voortzettingsperiode is verkort van vijf jaar naar drie jaar.

KG:063:2024:5 Onderhandse renteafspraak, schenking ter zake des doods?

In dit standpunt is verduidelijkt dat redelijke wetstoepassing geldt als de erfgenamen het er over eens zijn dat de renteschuld van de langstlevende echtgenoot op moment van diens overlijden bestaat. Tevens zijn enkele kleine tekstuele wijzigingen doorgevoerd.

Deel deze pagina